Bijzonder geschikt voor keukengebruik.
Sterk lijkend op Thymus vulgaris 'Compactus' maar met een iets mooiere uniform ronde compacte habitus en wellicht ook wat welriekender.
Voor de professionele tijm kweker en tijm gebruiker.
Dit is je professionele keukentijm.
Zilverbont langwerpig smal blad, met de geur en eigenschappen van gewone keukentijm. Voor siergebruik en voor de keuken. Soms verward met Thymus citriodorus ('Silver Queen'). De juiste naam is makkelijk te achterhalen door aan de plant te snuffelen. Het ronde blad van. Thymus citriodorus is een kenmerk voor gevorderden.
Bonte salie is goud, tijm is zilver.
Deze kwam uit Spanje verbasterd tot ons als; Thymus faustini en bleek volledig winterhard.
Het is de recent ontdekte kruising uit de streek van Murcia van waarschijnlijk T. mastichina subsp. mastichina met T. granatensis subsp. micranthus en dat is een spannende combinatie.
Vooral de matig winterharde mastichina is heerlijk en bijzonder van geur.
De geur van tomillo maakt mij gelukkig.
Nu ik lees dat ze door Christopher Loyd en Fergus Garrett in het wild werd gevonden in Turkije begrijp ik waarom ik meteen zo enthousiast werd toen ik haar voor het eerst zag.
Ze bloeit explosief en lang en is sterk vertakkend vanuit dikke stengels. Bovendien is ze goed vast.
Opnieuw een uitstekend medicijn tegen geelvrees.
De bijzondere witte vorm is net zo aantrekkelijk voor bijen en vlinders als de gewone monnikspeper en heeft datzelfde sierlijk gesneden handvormig en geurige blad maar dan met een zilveren waas.
Ze kan in strenge winters wat invriezen. Maar herstelt zich daar altijd prima van.
Atheense vrouwen zouden het blad in bed hebben gelegd om kuisheid te bewaren tijdens het feest van Ceres. Nog steeds is ze in gebruik als medicijn ter regulering van de geslachtshormonen huishouding.
Vroeger in het westland in kassen geteeld. In Hampton Court staat een exemplaar dat in1768 werd geplant door Lancelot 'Capability' Brown en nu nog volop vrucht draagt.
Vroeg, grote opbrengst, dikke trossen.
Als er erg veel vruchten in de tros zitten kleuren ze minder door. Ze zijn dan wel rijp en zoet. Gevoelig voor meeldauw, dus wel wat verwennen.
Best in de kas of zeer zonnig tegen een warme muur.