Kiwi is eenhuizig, zowel mannelijk als vrouwelijk en kan dus zichzelf bestuiven. Het stuifmeel is bij de meeste cultivars echter onvoldoende op het juiste moment rijp voor optimale zelfbestuiving.
Dit is een uitstekende zelfbestuiver.
Snoei Kiwi in de zomer als de vruchten al zijn gezet. Je remt dan de groei wat en snoeit takken met weinig vruchten weg.
'Issai' is een relatief kleine plant met kleine onbehaarde vruchten die ook in een pot gehouden kan worden.
De kleine vruchten rijpen vroeg.
Een nieuw vrouwelijk kiwi ras met rode vruchten.
De vruchten zijn zoeter en smaakvoller dan gewone kiwi. De schil is zacht en eetbaar.
Het blad loopt rood uit in het voorjaar.
Minder hard groeiend dus hanteerbaar.
Voor bestuiving is een mannelijke of zelfbestuivende plant erbij vereist.
De vruchten rijpen vroeg, vanaf half september.
De smaak is rood.
De meeste kiwirassen kunnen zichzelf niet optimaal bestuiven. De mannelijke organen zijn vaak onderontwikkeld. Bij een aantal rassen zoals 'Jenny' valt dat mee. Die kunnen dus zichzelf en ook andere vrouwelijke planten bestuiven. Omdat stuifmeel en stampers ongelijk rijpen is vruchtzetting altijd beter als er meerdere rassen bij elkaar staan
Een ras als Atlas maakt geen kiwi maar wel veel stuifmeel over een langere periode.
De stuifmeel donor dus die zorgt voor veel meer kilo's kiwi.
'Hayward' heeft grote, goed smakende uniforme vruchten. Die je in je kelder nog maanden kunt bewaren
Het eigen stuifmeel is zwak en bestuift de plant onvoldoende. Dus je moet er wel een bestuiver zoals 'Atlas' of een andere kiwi bijzetten.
Dan mag je op een voortreffelijke opbrengst van goede grote vruchten rekenen.
Een ras voor profi's. Ze planten er een 'Atlas tussen.
De meeste kiwirassen zijn niet goed zelfbestuivend. Deze heeft geen bestuiver nodig.
Snoei Kiwi in de zomer als de vruchten al zijn gezet. Je remt dan de groei wat en snoeit takken met weinig vruchten weg.
'Jenny' is snel groeiend met grote vruchten. Van een volwassen struik kun je wel 30 kg oogsten.
Kiwi is een zeer gemakkelijke ziektevrije fruitsoort.
Tussen groente en kruid maar bovendien in bloei best sierlijk. Het mag gezien worden als de grofste bieslook met wel 4 cm dikke bladeren die we gebruiken als voorjaarsui en dat vrijwel jaarrond voor heerlijke salades. De bloemen zitten bij elkaar in een witte bol. Vaste groenten planten doen ons denken aan het ideaal van de permacultuur. Ideaal voor luie moestuiniers. Kenners weten dat er meer bij komt kijken, maar waarom niet af en toe een graantje mee pikken?
De bloemen doen een beetje aan een minaret denken. De puntige knop barst open en dan gaan de gele belletjes daar heel elegant uit hangen.
Uit zuid en centraal Europa tot en met de Kaukasus.
Ik zag ze samen met Santolina, Satureja, tijm en wilde lavendel in de bergen bij het zuid-Franse Forcalquer en oostwaards. Ze zaait zich hier ook lekker uit. Leuk dus voor je mediterrane kruidenborder.
Tja, gewone bieslook dus.....
Snijd er lekker veel van, dan groeit er ook veel terug.
Niet kapot te krijgen.
De bloemen mag je ook een keer eten, of als decoratie gebruiken.
Maar eerst trek je de bloem stelen er aan hun nek uit, wat die zijn te taai om te eten.
In grote groepen is dit een indrukwekkende bloeiende sierplant voor het najaar, punt.
Maar bovendien is het een onbekend en in Azië zeer geliefde groente of keukenkruid. Het blad is plat en heeft een aangename milde knoflooksmaak. De stervormige bloemen zijn zuiver wit. Daslook, maar dan sierlijk rechtopstaand op lange stengels en de hele zomer oogstbaar.
Massaal planten. Of uit budgettaire overwegingen elk tweede jaar scheuren tot je genoeg hebt.
Toenemende culinaire belangstelling geniet deze beminnelijke beschermde inheemse plant. Denk daarbij in de richting van een knoflookachtige dressing voor bij de pannenkoek zoals we in Hongarije aten, daslook pesto voor over de pasta of gewoon door de aardappelpuree.
Als ze vochtig staan groeien ze snel tot heerlijke plakkaten. In de zomer zijn ze tijdelijk vertrokken, eind van de winter lopen ze weer uit met nieuw blad.
Zo sterk als een beren-look.
Vanwege de rangorde der zinnen heeft deze ogenschijnlijk nog meer citroengeur dan gewone verveine die al meer naar citroen geurt dan citroen zelf. De ogen gaan immers voor de neus. Deze geelbladige vorm prikkelt de zinnen nog meer dan we tot nu toe voor mogelijk hielden.
Ze proberen in de winter hun blad te houden. Meestal valt dat einde van de winter toch af. Zodra het warmer wordt lopen ze snel weer uit.
Officieel geen ijzerhard, wel ijzersterk.
Dit is een recente nieuwe selectie van een van mijn favoriete kruidenplanten.
Die goddelijke geur blijft, maar deze vorm heeft groter, vooral breder blad. Ze groeit nog sneller dan de klassieke vorm al deed en wordt iets hoger. Ik vind het nog steeds verbazingwekkend hoe zo'n houtige plant zo veel water kan verwerken en zo hard kan groeien. Voorlopig in kleine oplage.
Hoe meer er van je is hoe beter het is lieve Limoncello.
Dit geschenk van de goden uit Chili is mijn kampioen citroengeur.
Het blad ruikt meer naar citroen dan citroen zelf naar citroen geurt. In Frankrijk heet ze Verveine, Italianen noemen haar Limoncello.
Zet ze ergens waar je in het voorbijgaan een blaadje kunt meepakken. De minuscule witte bloemetjes in schermen zijn net wolkjes. Knip naar hartenlust, dit schatje groeit en bloeit maar door.
Ze mag dan ook veel meer water en voeding dan je zou denken.
Dille moet je eigenlijk op rijtjes zaaien om veel blad te oogsten. Als je een plant laat uitzaaien heb je jarenlang zaailingen maar dan niet in een rijtje. Je krijgt ze bij ons in een pot.
Lekker als kruid, maar ook heel sierlijk in de tuin en als veldboeket. Je kunt dille laten verwilderen in je vaste plantenborder.
Het is bovendien een van de beste Koninginnen Page lokkertjes.
Kervel, hoort net als dille op rijtjes gezaaid. We hebben op die manier wel drie tot vier oogsten gehaald.
De smaak van deze echte kervel is heel mild en zacht. Roomse Kervel lijkt er wat op, maar heeft een dropachtige bijsmaak die niet door iedereen wordt gewaardeerd.
Kervel kan zich via zaad in stand houden.
Dit is een woekergevaarlijk gewas. Het eerste jaar lijkt het mee te vallen maar na verloop van tijd gaat mierikswortel flink terrein veroveren. Pas dan kunnen ook weer wortels worden geoogst voor keuken gebruik. De stoffen in de plant zijn verwant aan mosterd gas. Het is niet de bedoeling ze in grote hoeveelheden als groente te consumeren.
Natuurlijk geweldig als smaakmaker en zeer gezond met mate.
Snijbiet is er in allerlei feestelijke kleuren. Mocht je het wat minder bont willen maken dan word je van deze groene misschien juist heel zen.
Jong blad kan worden klaargemaakt als spinazie als de plant wat ouder wordt maakt ze de dikke bladnerven waar het eigenlijk om gaat. Je kunt er de hele zomer en vaak zelfs nog na de winter van oogsten.
Snijbiet is een van de makkelijkste en meest productieve groentes die er zijn en bovendien de kleurrijkste. Je snijdt het hele seizoen stelen naar behoefte en ze blijven aangroeien tot november en eetbaar tot de eerste echt strenge vorst, soms zelfs de hele winter. Meer dan je op kan dus.
In de kleuren goudgeel, roze, purper, rood en wit. Verschillende kleuren per pot.
Siergroente.
Reuzenspinazie stengels nu ook in neonkleuren.
Zeer vurig van kleur, maar op de smaak heeft dat geen of nauwelijks invloed.
Het is daarmee wel een prachtige groente en net zo makkelijk. Je snijdt er tot diep in de herfst een ziltig maaltje van.
Een heerlijke ziltige oranje variëteit snijbiet die net als de rest de hele zomer blijft produceren.
Of, als je ze in het najaar in een koude kas zet, herfst en winter oogstbaar blijft.
Ik snij het bladmoes van de nerven en roerbak eerst de bladnerven en voeg er tegen het eind wat van het blad aan toe. Jong kan het blad als spinazie worden gegeten.
Een ouderwetse eenjarige moestuin begeleider zou je dit schatje met haar windmolentjes kunnen noemen. Ze houd zich via zaad jarenlang zelf in stand aan de randjes van je moestuin. Het jonge blad is eetbaar, maar nog leuker zijn de bloemetjes op een salade, of verstild in een ijsblokje.
De smaak is, zoals haar naam belooft; puur komkommer.
Nu de status superfood is bereikt gaat kool ook wat meer op haar uiterlijk letten.
Je wintermoestuin gaat er zo veel feestelijker uitzien met deze roodbladige boerenkool met opvallende roze nerven.
Er is geen reden warom je de bloemknopjes in het voorjaar niet ook als delicatesse zou beschouwen.
Plant ze op zo'n 50 cm van elkaar.
Sensatie in de groentetuin en prachtig in de wintertuin. Een boerenkool met een mooie donkerrode kleur (groen na de kook). Redbor is van het hoge type en geschikt voor herfst- en winterteelt. Het blad wordt zelfs in de bloemsierkunst gewaardeerd. Goed nieuws (tot nu toe): koolwitjes vliegen de rode boerenkool voorbij, dus geen mee-etende rupsen.
Romanesco houdt het midden tussen bloemkool en broccoli. We noemen ze ook wel torentjesbloemkool vanwege de sierlijke spiralen.
Wat zoeter dan broccoli en ook net als andere bloemkool erg lekker afgekoeld met een mayonaise-uitjes dressing.
Fractals op je bord.
Deze paarse aspergebroccoli is een zeer productieve recente introductie bedoeld voor professionele teelt. Je oogst er helaas maar drie weken van in het vroege voorjaar.
Je kunt ze van maart tot juli zaaien voor oogst in het voorjaar. In een strenge winter kun je ze wat bescherming geven met vliesdoek, maar ze zijn volledig winterhard.
Om spruiten te vormen hebben ze langdurig kou nodig.
Plantafstand: 40 cm.