Breed uitgroeiende en uitwaaierende pol met roze in de bloemen en diep donker roodbruine herfstkleur. Een inmiddels wat oudere selectie van Kurt Bluemel uit de V.S.
Het feest hier is de elegante breed uitstaande groeiwijze en het diep purperen blad in het najaar.
Een van mijn favoriete grassen.
Laag siergras dat elegant breed uitwaaiert en lang bloeit.
Lastig om niet even aan te zitten of het te aaien.
De juiste bloeitijd voor veel prairie stijl combinaties, maar ook prima als solitair.
Eleganter dan de meeste, lampenpoetsers. Ik vind ze bijna allemaal iets te stijfjes.
Uitstekend winterhard voor een Penstemon, net als 'Huskers Red' maar dan nog veel intensiever van kleur.
Donkerder blad en meer sprekende bloemen. Duidelijk een verbetering denken we.
Met dank aan Dale Lindgren van Nebraska University die er serieus werk van heeft gemaakt.
Het begon allemaal met 'Husker Red', maar ja, ze zijn best makkelijk te zaaien en dus kennen we inmiddels 8 verschillende cultivars van deze zeer winterharde Penstemon.
De naam 'Onyx and Pearls' slaat op het contrast tussen het zwarte blad en de witte bloemen.
Ze heeft tot nu toe het donkerste blad. Ook de bloemstengels zijn bijna zwart.
Penstemon digitalis is in ons klimaat volledig winterhard. (Veel Penstemon soorten zijn op het randje, of net niet winterhard.)
Deze introductie van Skagit Gardens heeft datzelfde bronsgroene blad als zusje 'Husker Red' maar dan misschien een nog beter daarbij passende kleur bloemen.
Een simpel bruikbaar perfect bodembedekkend ding is dit.
De bloemen verkleuren van zacht roze naar diep purper rood.
Sterk en makkelijk om van die lastige vakjes mee te vullen of voor randjes.
Als ze uitgebloeid raken, wat enig geduld vergt, mag je er met de grasmaaier overheen.
Vingerbrreed lang smal blad, oersterk en lekker lage compacte rand- of vulplant.
Zeer rijkbloeiend.
Dit is die simpele plant die je zag in een tuin en waarvan je dacht; "Wat een vondst, wat is dat ook alweer?"
Onverwoestbaar.
Hier vul je snel grote gaten mee. Het is een ijzersterke robuuste plant die tot diep in het najaar presteert. Eindelijk een die Eupatorium purpureum naar de kroon stoot.
Maak er samen met dat koninginnenkruid en Miscantus zo'n massief stevig najaarshoekje mee.
Een joekel van een dikkerd.
Chris Ghyselen, selecteert al zeker 15 jaar binnen zijn favoriete geslacht.
Ik herinner me goed hoe hij daar lang geleden over sprak. De afgelopen jaren plukken we de vruchten van zijn werk.
Dit is een zeer korte roze met elegant doorbuigende bloemaartjes.
De laatste en misschien wel meest fantastische nieuwe bodembedekkende Persicaria.
Persicaria amplexicaulis 'Alba' kan het schudden, dit wordt de nieuwe standaard.
Rijke bloei met fijne lange, zeer elegant doorbuigende spitse aren.
Net zo onverwoestbaar als de rest.
Met dank weer aan de specialist Chris Ghyselen.
Phlomis russeliana mag in geen enkele tuin met mediterrane aspiraties ontbreken. De crème gele bloemen in etages maken veel indruk. Het is een warmte uitstralende plant met groot olijfgroen wollig blad. Dat blad heeft bovendien een sterk onkruid werende werking.
Kruidachtig en half-bladhoudend. Best in de zon. Prima winterhard.
Deze vlambloem uit de Oostelijke VS staat van nature in de halfschaduw, tussen struiken of in bosranden.
De bloemen geuren lichtjes. De plant verspreid zich heel geleidelijk, dus niet overrompelend, met worteluitlopers.
'Blue Moon' wijkt af van de wildvorm door brede petalen die volle maan-ronde bloemen vormen.
Makkelijke, lieflijke maanwolkjes.
Sterk geurende bleek-violetblauwe bloemen aan lage planten. Weinig of geen last van meeldauw.
Te makkelijk voor meer woorden.
Na de bloei mag je ze eens flink knippen.
Aangename blauwe wolkjes.
Een Nederlandse introductie uit 2010, die na 8 jaar testen is geselecteerd op geur en ziekte resistentie.
Phloxen zijn makkelijke standvastige planten.
Ik vind de meeste wat al te bont en ben geen fan van van tweekleurige bloemen. Maar deze mag er zijn, met haar zoet-sappige bloemetjes.
Net als de rest van de kruip phloxjes wolkig en laag, maar dan met een vleugje blauw in het wit.
Voor de zachte kleuren border.
Bloemetjes die zichzelf verkopen.
Vijftien centimeter sneeuwgarantie in mei biedt deze een eenvoudige, gemakkelijke vaste plant waar je grote vakken mee kunt vullen.
Ze staat niet graag al te donker of te droog in de zomer.
Maagdelijk wit.
Het donker purperen blad doorstaat milde winters ongeschonden. Mocht het bevriezen, dan krijg je prachtig nieuw blad in het voorjaar. Zoals meestal; hoe kouder, hoe donkerder. De combinatie met de heerlijke paarse bloemetjes is ook geslaagd. De bloemen zijn diep donker en bijzonder groot voor jakobsladder.
Een geweldige nog vrij nieuwe introductie.
'Stairway to heaven'.
Een van de fijnste ganzerikken die ik ooit heb leren kennen. Misschien ook mede dankzij de herinnering aan inmiddels overleden bondgenoot Michel waar ik haar het eerst van kreeg.
Diep rode bloemen op lange luchtige stengels met een donker bruin hart uit de zuidelijke staten van de VS.
Zilver-groen blad, gedeeltelijk ook nog in de winter. Makkelijke lang levende plant.
Vuurwerk roosjes.
Dit inheems schatje heeft me altijd vertederd. Een wonderlijk mooie voorjaarsverassing toch, als dit in je ruig vochtig grasland staat en zich daar dan uitzaait.
Het is bovendien een belangrijk geneeskruid.
Het blad wordt in Spanje gegeten en de bloemen kunnen versuikerd tot snoepjes of in salade.
Echt voorjaar.
Na bijna tien jaar komen we er eindelijk aan toe deze te vermeerderen en ik werd er bovendien pas onlangs op gewezen dat longkruid erg geliefd is bij sluipwespen die luizen uitroeien.
Het kan bijna niet mooier: Vroege bloei en het hele jaar zilver bodembedekkend blad.
Tijdens het groeiseizoen staan ze graag vochtig.
Zeer rijk bloeiend in het vroege voorjaar. Na de bloei groeit het gevlekt blad uit voor de rest van het seizoen.
Wat zwakker in de diepe schaduw. Geef ze dus eventueel wat meer zon als ze niet gezond blijven.
Onze meest geliefde witte.
Longkruid verdraagt schaduw prima. Maar staat, net als de meeste planten, als er voldoende vocht is ook graag in de zon.
Dit is een van onze favorieten vanwege de grote bleek opaal-blauwe bloemen.
Het blad heeft grote zilveren plekken.
Porselein plant.
Een Duitse cultivar met dun gevlekt zachtgroen blad en dromerige zachtroze bloemen.
Lang de beste roze naar wij dachten maar inmiddels zwaar beconcurreerd door 'Pink Haze' en 'Pierre's Pure Pink'.
Kies zelf maar.
Voor de afwisseling eens aan iets wilder wildemanskruid dan de gebruikelijke ouderwetse zaairassen.
Deze planten zijn ook gezaaid dus de kleur kan variëren van dat bijzonder maan-blauw tot donker paars, heel soms wit.
Deze soort komt wild voor in Europa, Russland, China, VS en Canada. Het is de nationale bloem van Finland.
Zo harig dat we hier misschien wel op de grens tussen het plantenrijk en het dierenrijk zitten.
Na de snoeperige bloemen komen lekkere pluizen.
Een goed vaste voorjaarsbloem met een beestachtig spannende zomergestalte.
Deze is veel verfijnder dan de andere Pycnanthemum, met haar smal geveerd blad.
Kleine knoopachtige witte bloemen in clusters, de hele zomer
dit is geen muntsoort, maar ze heeft wel een munt-geur.
Het geslacht Pycnanthemum werd vroeger tot de Mentha gerekend.
Een amerikaanse bosrandplant met heerlijk zilveroplichtend topblad.
Een van de beste vlinderplanten die er zijn!
Bovendien heerlijk geurend.
Het blad kun je vers kauwen, of je kunt er thee van maken.
De eerste keer dat ik deze plant met paars gespikkelde witte bloemen en smal grijzig blad uit het zuiden van de VS zag stond er een bordje bij met: Origanum viride. De bijen uit een nabijgelegen korf vlogen er massaal op, zo'n bevlogen plant zag ik daarna nooit meer.
De groeiwijze lijkt inderdaad op die van marjolein. Het is ook een ex-munt: vroeger heette ze Mentha pilosum.
Die muntgeur blijft en wordt na drogen zelfs nog sterker.
Als ik twee peren moest kiezen, dan deze en 'Doyenne du Comice'. En gelukkig zijn die twee ook nog goede bestuivers voor elkaar. Lang gelden hadden we een boomgaardje in beheer met vooral 'Conference', de 'Doyenne du Comice' stonden er tussen als bestuivers.
Goed bewaarbaar en lang lekker.
'Decora' maakt een mooie volle zuilvorm. De peren zitten aan korte zijtakken dicht tegen de stam. Uiteindelijk wordt deze zuil 150 tot 180 cm hoog.
Ze is zelfbestuivend.
Houd de zijscheuten kort door ze in de zomer te snoeien tot op enkele centimeters van de stam.
De rode blos geeft het al weg; heerlijk zoet, sappig en aromatische vruchten in september-oktober.
En dit is mijn allerliefste peer. Ze worden ongeëvenaard zacht en sappig wegsmeltend als ze goed rijp zijn.
Ook deze kan een flink stuk de winter in worden bewaard.
'Conference' is een goede bestuiver maar ze kan zich ook redelijk zelf bestuiven. Er kunnen dan zelfs pitloze peren ontstaan.
Gevonden door Comice Horticole de Maine et Loire en in 1849 geïntroduceerd.
Deze peer maakt geen kroon. De vruchttakken blijven kort dus de heerlijk zoete sappige peren hangen dicht bij de stam. Ze groeit traag en blijft zeer compact. Snoei is vrijwel niet nodig. Zeer geschikt dus voor een kleine tuin, of zelfs in pot.
Ze is bovendien goed zelfbestuivend.
In oktober haal je je plintenladdertje uit de schuur voor de oogst.
'Triomphe de Vienne' is een klassieke peer. Ze groeit snel maar blijft als laagstam klein.
Goede bestuivers: Bonne Louise d'Avranche, Charneux, Clapps Favorite, Conference en Doyenne de Comice.
Onze klas op de landbouwschool bleef een week half leeg toen we een boomgaard 'Triomphe de Vienne' op stam hadden gekocht. In een zwaar overbeladen Dafje vol kratten reden we een deel van de oogst naar Limburg.
'Elblitz' is een productieve kruising van Rheum 'Frambozen Rood' x 'Valentine'. Ze heeft wat minder dikke maar redelijk zoete stengels. Je kunt er een keer of drie van oogsten.
Na 21 juni mag je geen stengels meer oogsten omdat rabarber dan weer op krachten moet komen voor het volgend voorjaar en omdat het gehalte aan oxaalzuur dan te zeer toeneemt. De stengels worden dan ook snel veel zuurder. Professionele telers hebben trucs om later en zelfs in de winter te kunnen oogsten.
'Poncho' is een relatief nieuw ras met een goede smaak.
De groenvlezige stengels zijn aangenaam mild, fris zuur van smaak.
Plantafstand: 75 cm.
Je mag stengels oogsten tot de langste dag. Daarna stopt de groei, worden ze te taai en moet de plant weer op krachten komen voor volgend jaar.
Deze wilde roos uit Oost Azië komt in Nederland verwilderd voor. Ze kan als struik 3 meter hoog worden of wanneer ze steun vindt tot 5 meter klimmen. Als struik maakt ze doorbuigende met 1 tot 2 cm grote bloemen in trossen. In het najaar maakt ze kleine oranje rode botteltjes.
Een heerlijke ziektevrije roos voor wat grotere natuurlijke tuinen.
Deze bijzonder gemakkelijke en zeer vroeg bloeiende roos uit 1893 is niet alleen gezond maar bovendien sterk geurend.
Neem daar even de tijd voor.
Van de bottels maak je in de herfst een vitaminenrijke confiture.
Onovertroffen dubbel wit op een eenvoudige gezonde struik.
We hebben er meer dan 20 jaar over gedaan om de teleurstelling te verwerken veroorzaakt door de smaak van onze eerste doornloze braam 'Thornless Evergreen'. In de tussentijd hebben we het gevecht met de verrukkelijke gedoornde bramen opgegeven. Dit is ook een wat ouder ras, maar de smaak is veel aromatischer, fris zoet zuur, heerlijk, zoals het hoort.
Snoei in het voorjaar de afgedragen takken weg en bind de nieuwe doornloze jonge scheuten aan draad.
Deze kruising tussen braam en framboos geeft al vanaf half juni vruchten aanzienlijk vroeger dus dan bramen. Goed rijp zijn ze zeer aromatisch en geschikt om vers te eten of voor verwerking.
Ze draagt op tweejarig hout, dus je snoeit in het najaar of vroege voorjaar de oude takken tot de grond terug. Ze maakt lange takken dus je teelt haar het beste aan draad. Twee planten per strekkende meter is dan voldoende.
Een framboos mag je dit misschien officieel niet noemen. Maar ze zijn nauw verwant, groeien hetzelfde en vragen dezelfde verzorging als zomerframbozen. Vruchten komen aan het tweejarig hout. Je snoeit dus afgedragen oude takken tot de grond weg.
'Black Jewel' is zeer ziekteresitent en geeft een grote opbrengst aromatische vruchten.
Deze Chinese salie is een van mijn oudste favorieten. Ze heeft grote opvallende bloemen in geel met een bijna zwarte onderlip.
Bijzonder, makkelijk en betrouwbaar mits ze in de winter niet te nat staat.
Dit soort Chinezen heeft dikke vlezige wortels die genieten van een winter met een elfstedentocht.
Voor deze plant werden we lang geleden voor het eerst op Bingerden met goud onderscheiden. Het jaar daarna was dat onze eigen introductie Salvia 'Royal Bumble'.
De verbeterde 'Black & Blue' van Blooms is compacter, iets minder hoog en bloeit iets eerder.
De stelen zijn net zo zwart.
Een half winterharde plant die zeker tot -10 verdraagt. In pot overwinter je ze dus gemakkelijk in een koele donkere ruimte.
Met iets meer moed overwinter je ze ook in de volle grond misschien wel met succes.
Tot voor kort was 'Marcus' uniek als mini Salvia. Maar er nu is er ook deze dwerg in aangenaam roze uit purperen stengels en knoppen.
Bijzonder compact en laag. Een echte randjesplant.
Een geweldig dieptepunt zeg maar.
De trend is dwergvormen sinds Salvia 'Marcus' een groot succes werd.
Wij snappen dat niet precies, maar dit is er weer een.
Ik ben zelf dol op stoere planten, maar in een kleine tuin of kleine border wil je wel eens een randje vullen met lekker laag spul.
Daarvoor is deze sensationeel perfect.
Gedroomde oplossing.
Vroeger was dat makkelijk je had een witte vorm en dan de twee blauwe: 'Cambridge Blue' en 'Oxford Blue' in de shirt kleuren van de roeiteams van die universiteiten. Deze is dan team Oxford.
Er wordt nog voortdurend gesleuteld aan deze makkelijk zaaibare soort die het eerste jaar al bloeit.
Ze overleeft niet in de volle grond, wel in een koude kas waar het af en toe -10 wordt.
Ze sterft bovengronds af in de winter en mag dan dus ook donker staan.
Een heerlijke potplant.
De grootste bloemen die je van Salvia mag verwachten en dan in het diepst donkerste blauw.
Ze verdragen tot 6 graden vorst en sterven in de winter af. Je kunt ze dus gemakkelijk in de kelder of garage donker overwinteren.
Voor een prachtige pot in je patio.
In bloei en vooral na regen, onder vochtige omstandigheden geurt ze sterk. Ze wordt dan ook geteeld voor de geurstoffen in mannen parfums, echt een mannengeurtje. Ooit merkte iemand terecht op dat de geur op die van keukenmeidenzweet lijkt. Vroeger was ze ook een ingrediënt in Muscat, een zoete wijn. Tweejarig, dus plant ze een winter voordat ze bloeien of vroeg in het voorjaar.
Prachtig tot diep in de herfst.
Een forse snelgroeiende en rijk bloeiende plant. Het blad is geurig, de bloemen zijn blauw met een witte vlek. Ze houdt zich lang staande maar kan aan het eind wat steun nodig hebben. Over de winterhardheid ontstaan soms discussies, maar ik kan er kort over zijn, bij ons in een normale winter probleemloos, soms raak je ze kwijt. In het wild staan ze op vochtige plekken. Ons land voldoet kennelijk prima. Misschien is er in de achterhoek en het noorden van het land wat winterdek van bladeren nodig.
De bekende 'Schneehügel' moet volgens de Duitsers eigenlijk 'Adrian' heten en dat stimmt uiteraard. Maar het blijft even aangenaam zuiver wit.
Tot de grond terugknippen voor je op vakantie gaat, voor herbloei bij terugkomst.
Voor een toefje wit.
Donker violet uit donker purperen knoppen.
Een veelgevraagde cultivar, vooral vanwege de bekendheid en de duidelijk beschrijvende naam, maar het blijft een zeer oki doki plant, hoewel bijna, toch net niet de aller donkerste, zoals de naam doet vermoeden. 'Viola Klose' is bijvoorbeeld al iets donkerder.