Een van mijn favorieten en een van de meest grijze met een fijne strak rechtopgaande groeiwijze.
'Lambrook Silver' groeit compactt staat goed recht en valt niet uit elkaar.
Loopt na de winter mooi uit aan de basis, verdraagt diepe snoei en is dus zeer geschikt voor smalle heggetjes.
Een zeer goede vorm, vrijwel identiek aan 'Sulphurea' maar met grijzer blad en net niet helemaal bijna witte bloemen.
Slappe, bossige groeiwijze. Niet te laat knippen voor de winter zodat je een mooie bol hebt de hele winter.
De naam werd er aan gegeven door de bekende Engelse boomkweker Hillier.
Deze meest gangbare groenbladige Santolina heeft helder gele bloemen.
Een groen, sterk naar olijf geurend, bladhoudend bolletje.
Als je ze in het voorjaar snoeit heb je alleen die geurige groene bolletjes. Je kunt ze ook na de bloei in de zomer snoeien.
Vermoedelijk identiek aan 'Lambrook Silver', ik zie althans geen verschil en dat maakt dit een even geschikte compacte volle en bossige super zilveren cultivar.
Bladhoudend, dus ook in de winter wolkig grijs.
Prima stevig rechtopstaand en zachtaardig, dit doet je zonneborders veel goed.
Een super Santolina.
Vast bonenkruid is zeker zo aromatisch als eenjarig bonenkruid en heel veel handiger voor incidenteel keuken gebruik. Als mediterrane tuinplant wordt ze tijdens de rijke bloei ook altijd bewonderd. Ze groeit min of meer plat over de grond maar niet zo plat als Satureja alternipilosa. Een makkelijke prima winterharde plant. Makkelijk snoeien ook omdat ze elk voorjaar in het hart opnieuw uitloopt.
Een pittig prachtig kruid.
Een bijzondere onbekende vorm van bonenkruid met een verfijnd zoutig citroen-aroma. Geweldig als keukenkruid bij wat zwaardere gerechten zoals peulvruchten. Leg er ook een voorraadje gedroogd van aan want gedroogd is de smaak bijna nog beter.
Zeer rijk en lang sierlijk bloeiend in witte wolken.
Heerlijk en sierlijk in een.
Een zeer aromatische, plat groeiende vorm met liggende stengels en zacht blad, rijk zuiver wit bloeiend in het najaar.
Dit is niet alleen de beste vorm voor culinair gebruik maar vooral ook een fantastisch bloeiende randplant om over een muurtje te draperen.
Wild in N-O Turkije en N-W Iran, dus prima winterhard.
Spicigera betekent: Met bloemstengels.
Een fijne eenvoudige plant met z'n speldenkussentjes bloemen en zeer lange bloei.
Voor niemand te hoog gegrepen. of te moeilijk.
Na de winter een beetje bijknippen is alle verzorging die ze vraagt. Voor je het weet bloeit ze alweer.
Geschikt voor beginners. Vergeten door gevorderden.
Net als 'Butterfly Blue' een makkelijke leuke plant met speldenkussentjes bloemen die zeer geliefd is bij bijen en vlinders.
Zonder haperen bloeiend tot de herfst.
De bloemen zijn zo'n 3,5 cm breed.
Speldenkussentje heten ze in het Engels.
Dit is de compacte, rijk bloeiende vorm van kleine plathoofd die normaal zo'n 80 cm wordt en daarmee nog niet half zo hoog is als de grote plathoofd; Cephalaria gigantea. Hans Kramer vermoedt dat dit eigenlijk Scabiosa ochroleuca var. webbiana moet heten. In het extreem natte jaar 2024 zagen we haar ook wel de 80 cm aantippen.
Het is een eindeloos bloeiend heerlijk, zelf uitzaaiend schatje voor je tuin waar vlinders, bijen en andere nuttige beestjes samen met jou enorm blij van worden.
Schizachyrium zijn strak rechtopstaande goed winterharde grassen met vaak prachtige herfstkleuren.
Deze vondst van Cassian Schmidt is met haar rode stengels en behaarde grijs-blauwe blad de meest opmerkelijke van het geslacht.
Toen ik haar jaren geleden voor het eerst zag was ik meteen dolenthousiast.
De grote grap van 'Ha Ha Tonka' is dat het blad zo fijn behaard is.
Stoer en lollig tegelijk.
Zo leuk die naam, alleen daarom al moest ik deze hebben.
Maar bovendien zeer geschikt in een droge border met een wat mediterrane uitstraling uit Siberië.
Donker olijfgroen blad en citroen- of kruisbes-, zo men wil, gele bloemen aan rode stelen.
Sterk en makkelijk.
De hele zomer bloeiend in crème-geel met een donker geel hart. Grote pollen rechtopstaande plat blad in waaiers als bij de verwante irisachtigen. Het is een pastelgeel dat borders een onopvallende warmte injectie geeft. Dat noemen wij ook mediterrane uitstraling. En het biedt ook voor combinaties in die sfeer veel perspectief.
Maar, oorspronkelijk uit Argentinië.
Vooral toch een siervrucht hoewel anders beweerd wordt.
Afschuwelijk bitter. Zijn er Ethiopiërs in de zaal die kunnen uitleggen wat we met die bitterheid moeten?
Antroewa is een uit Midden-Afrika afkomstige soort die nauw verwant is aan aubergine. Wij vinden ze veel te bitter, maar in de Surinaamse keuken en in Afrika zijn ze juist geliefd om die bittere smaak en worden ze half rijp gegeten. Het jonge blad heet Gboma en wordt met vulling gestoomd of gefrituurd.
Ze staan graag warm en moeten worden aangebonden.
Wij zien het meer als zelfgekweekte herfstdecoratie.
De wat meer langwerpige vorm van 'Black Beauty' Zelfs het blad is wat meer langgerekt.
Beide zijn professionele rassen, dus je kunt je overschot aan de plaatselijke supermarkt leveren.
Ze zijn prima buiten te telen, hebben geen last van enge ziektes.
Witte aubergine heeft vaak last van een overmaat aan zaad. Dat betekent dat ze te rijp worden geoogst, maar die rassen zijn ook een tikkeltje wild nog.
Dit is een verbeterde professionele versie met minder zaad. Oogst ze ook niet te rijp, dus wanneer zo zo'n 10 cm lang en 3 cm dik zijn, nog vrij klein dus.
Een compacte gezonde plant die het ook buiten goed doet.
Clusters wollige bloeistengels, zwaar grijsviltig behaard en reuzen blad maken hier een beste bodembedekker van.
Dit is de meest grootbladige vorm van de ezelsoren, indrukwekkend en zeer bruikbaar in een groot massief van grijs.
Heerlijk blad voor je tuin en je zachte bovenlip.
Witgrijs wollig behaard blad met daarboven clusters wollige bloei stengels zonder zichtbare bloemen. De bloemen worden, net als bij een schapendoes de ogen, door het haar verbloemd.
Hele plant zwaar grijs viltig behaard.
Ik vind ze prachtig, zacht en effectvol.
Een rijk bloeiende zacht oudroze selectie van kwekerij Kabbes.
Opmerkelijk strak rechtopstaand.
Deze zeer betrouwbare gemakkelijke vaste plant vormt op den duur stevige pollen.
Pinky is een trotse betrouwbare kanjer die ik iedereen aanbeveel.
De gigantische.
Een bijzonder goede solitair die met name in het najaar zeer indrukwekkend is, tenminste, als je er plaats voor hebt.
Je kunt hier heel creatief leuke gekke dingen mee doen.
Een wolk van een reus.
De woekerwoede van deze plant zet je naar je hand op de juiste plek. Ze moet ergens staan waar ze de ruimte heeft en geen kostbare planten onder de voet kan lopen. Dan blijft je blij met dit, en ik vertel het pas aan het eind, mooiste blauw dat er is. Een azuur-blauwe voorjaarszee van bloemen.
Later is het dankzij het goed dichtgroeiende blad een van de allerbeste bodembedekkers.
In het Duits: Beinwell naar een van de vele medicinale toepassingen. Het blad wordt ook gegeten en als meststof gebruikt. (Pas op: Het eten van grote hoeveelheden kan leverschade veroorzaken.)
Leg het blad in de voor bij aardappelen.
Verder is het een fijne onkruid onderdrukkende plant voor de hommels en bijen. Sommige insecten maken een gaatje in de bloem omdat hun tong te kort is om via de buisbloem bij de nactar te komen.
Als je ze maait lopen ze weer uit en gaan opnieuw bloeien.
Een soort Buxus maar dan aangenaam geurend en bloeiend en gezond.
Je mag ze naar hartelust in model snoeien, maar ik zou dat na de bloei doen. Ze vormen uitlopers waardoor ze snel dichte polletjes vormen. Zelfs droge schaduw verdragen ze nog prima.
Hun donkergroene glanzende blad houden ze ook in de winter. Je kunt er de heggetjes om je lavendelvakken mee maken als dat perse moet.
Mijn liefde voor Teucrium flavum ontstond bij onze eerste ontmoeting in een rotsige berm in de Ardèche. Deze vorm met haar bolle glimmend groene blad komt onze relatie alleen maar ten goede.
Ze is bladhoudend, ook bij ons en vormt tamelijk strakke bolronde pollen. Het blad heeft een subtiele kamfer eucalyptus geur.
Een glimmend schone, opgeruimde plant.